Kijkje in de NKC-School
Hoe werkt het NKC in de praktijk? Hoe ervaren leraren, schoolleiders, ouders en leerlingen het werken vanuit het Nederlands Kennis Curriculum?
Een kijkje bij basisschool De Fonkeling
Een kijkje bij de Drie Koningen
Een kijkje bij basisschool Oculus
Een kijkje bij OBS De Schatgraaf
Wat anderen vinden
Wij zijn trots om dagelijks scholen te helpen. We delen dan ook graag hun ervaringen met het NKC.
Veel vaker dan voorheen hoor ik dat leerlingen het nieuws thuis kunnen begrijpen en daarin dingen terughoren die ze op school hebben geleerd.
Een ouder kwam laatst naar mij toe. Hij was met zijn zoontje in een openluchtmuseum, toen die tot vaders verbazing zei: “dit is zeker uit de late middeleeuwen, want de huizen zijn van steen en dat was niet zo in de vroege middeleeuwen.”
Onze school staat in een van de uitdagendste wijken van Schiedam. Het NKC maakt echt het verschil voor onze kinderen, omdat ze een goede kennisbasis meekrijgen. Kennis is de grootste voorspeller voor maatschappelijk succes.
Leerlingen zijn trots als ze kunnen vertellen wat ze eerder geleerd hebben. Voorheen was wereldoriëntatie veel lastiger, omdat kinderen weinig onthielden van eerdere lessen. Nu hoor ik vaak van collega’s hoe opvallend veel leerlingen zich herinneren van eerdere thema’s.
Het curriculum is het fundament waarop al het leren gebouwd is. Als leerkracht moet je de principes daarachter heel goed snappen om de opbouw van het leren te doorzien.
We horen van ouders dat hun kinderen anders praten aan de eettafel. Bijvoorbeeld een verbaasde ouder met een jong kind dat zei “ow maar ik weet wat consumptiegedrag is: …”. Het is dus niet zomaar een lesje op school, maar echt breder. Dat is heel anders dan voor het NKC.
Als leerkracht word ik heel blij als kinderen verbindingen gaan zien naar eerdere thema’s. Kleuters die teruggrijpen op dingen die ze in groep 1 hebben geleerd. Dat je écht met kinderen in discussie kunt gaan, omdat ze genoeg kennis hebben van onderwerpen.
Ouders vinden het heel leuk dat kinderen in het gezin meer kunnen deelnemen aan gesprekken aan tafel. We horen veel terug dat broertjes en zusjes (uit verschillende jaren op dezelfde NKC-school) beter en meer inhoudelijk met elkaar kunnen praten.
Elke keer dat je zo’n thema doet en goed afsluit, geeft dat zo’n trots gevoel als leraar! De lat van de doelen ligt hoog, dus je moet voor jezelf als leraar ook je eigen kennis verdiepen.
Je hoort van ouders veel meer dan vroeger dat hun kinderen over onderwerpen beginnen die ze op school hebben geleerd.
Kinderen van groep 5/6 stonden een paar weken geleden te dringen voor het hek om naar binnen te mogen. “Waarom hebben jullie zo’n haast?”, vroeg de conciërge. “We gaan vandaag met een nieuw thema van NKC beginnen!”, riepen de kinderen.
Ouders kwamen naar ons toe dat hun kinderen uit de kleuterklas zo goed konden praten over religies, kerken en moskeeën.
Het werken met het NKC geeft vertrouwen in mijn eigen kunnen als leraar, veel meer dan het werken met een methode.
Bij NKC staat de leraar centraal. De leraar brengt de kennis over en moet hierin de leiding nemen. We zijn de professionals en kunnen de regie nemen over de kwaliteit van het onderwijs, zonder dat daarbij iets wordt opgelegd. En dat ook nog eens evidence-informed en met veel enthousiasme!
Dit is waar we als Jenaplanschool naar op zoek waren! Een kennisrijk curriculum voor alle kinderen in de vorm van betekenisvol thematisch onderwijs, met samenhang tussen vakgebieden. Het NKC laat zien dat dit kan!
Ik merk echt dat leerkrachten zelf ook meer weten.
Leerkrachten werken samen en nemen dingen van elkaar over. Voorheen was dit soort samenwerking er bij ons op school nauwelijks. Met elkaar de hele lijn doorzien en dezelfde lessen geven, helpt enorm voor samenwerking en overleg.
Kennis is macht in de goede zin van het woord. Zoveel dingen zijn leuker en interessanter met kennis. Als je een gesprek kan volgen: ow leuk, ik kan meepraten. Je leest iets en denkt: ow daar heb ik al van gehoord!